Mono Lake – Las Vegas (Dag 9)
Blijf op de hoogte en volg Natasha en Bert
04 Augustus 2012 | Verenigde Staten, Las Vegas
Vandaag vroeg op. 330 mijl (530 km) te gaan en volgens de Tomtom zo’n 6 uur rijden. Het eerst deel van de reis ging door de Sierra Nevada. Een gebergte dat tot 4000 meter hoog gaat. Maar de weg gaat over een hoogvlakte die zelf al zo’n 2000 meter hoog is dus het lijkt minder hoog. Qua rijden is het wel eentonig aangezien de wegen soms kilometers lang kaarsrecht zijn en je ook lange tijd rijd zonder een tegenligger tegen te komen. Dat gaf ons ook de kans om midden op straat te stoppen en een foto van de camper te maken.
In de uitlopers van de Sierra Nevada kwamen we in een gebied met ranches, boerderijen waar ze met veel moeite en gigantische installaties proberen om gras te groeien. Een vreemd gezicht dat stukje groen in een gort droge omgeving.
Deze weg naar Las Vegas loopt langs de grens tussen de staten Californie en Nevada en die grens steek je enkele malen over. Allengs werd het droger en droger en kwamen we in de woestijn.
In Lee Vining hadden we de tank helemaal vol gegooid maar het zou misschien wel of misschien net niet voldoende zijn om het tot Las Vegas te redden. Na al dik 250 km gereden te hebben en de tank al half leeg hadden we nog altijd geen tankstation gezien. Maar toen kwamen we eindelijk in een dorpje Beatty dat als een oase in de woestijn ligt. En daar waren benzine stations en restaurants. Dus gauw zowel de camper als ons zelf van voedsel voorzien. Dit dorpje ligt op de splitsing van de wegen naar Las Vegas en Death Valley. Death Valley is een vallei in de woestijn die erg mooi schijnt te zijn. Echter in de zomer kan het daar meer dan 60 graden celcius worden. En het verhuurbedrijf staat niet toe dat je er met de camper doorheen rijd in de zomer.
Op het laatste stuk kwamen we zowaar in een onweersbui terecht! Donkere lucht, lichtflitsen en zowaar zelfs wat druppels regen op onze ramen. En dit midden in de woestijn waar het nooit regent. Maar de weg was ook wel zo heet dat het niet eens nat werd.
En toen kwam Las Vegas in zicht. Toch vreemd zo’n gigantische stad midden in de woestijn. En dat alles dankzij de casino’s. Onze camping ligt midden in het hart van Las Vegas bij het hotel Circus Circus. Een grote geasfalteerde camping maar met een unieke ligging. Het hotel ligt aan De Strip. De Strip (of Las Vegas boulevard) is de hoofdweg in Las Vegas waar alle belangrijke casino’s aanliggen.
Toen we uit de camper kwamen stapten we zo in een hete oven. 40 graden celcius. Dus gauw ingechecked, camper op zijn plaats en voor het eerst de airco in de camper aan, anders is het niet uit te houden. De camping heeft ook een klein zwembad en daar hebben we eerst maar in gezwommen en een beetje uitgerust van de reis.
En toen op naar Las Vegas. Van onze camping door het Circus Circus hotel naar De Strip. Al een belevenis op zich. Dwars door een wirwar van winkels, restaurants en gigantische casino’s. Na een paar keer verdwaald te zijn hadden we eindelijk de uitgang gevonden. En toen kwamen we in een geweldige kokende heksenketel. Ontzettend warm, ontzettend druk en ontzettend groot. Het lijkt wel of alles kan hier in Las Vegas. Het ene hotel nog groter en mooier dan het andere. En allemaal maar een doel. Iedereen naar binnen krijgen om te gokken in de gigantische casino’s waar je niet om heen kunt.
Veel van die hotels hebben in de avond shows buiten het hotel en ons eerste doel was Treasure Island waar een piraten show wordt opgevoerd. Heel spectaculair met veel vuur- en stuntwerk. Door naar het Belagio hotel waar een fonteinen show werd gehouden.Hier dansen de fonteinen op muziek. Zo indrukwekkend dat we 3 shows van ongeveer 20 minuten hebben gezien. Een van de shows was op de muziek van “God bles Amerika”. En was toch wel een kippevel moment!
Maar het meest indrukwekkende wa s toch het wandelen langs De Strip met al de mooie hotels. Met geen pen te beschrijven wat een gekkenhuis!
De hele Boulevard is zo’n 10 km lang. Naar de fonteinen show was het ongeveer 4 km. En toen moesten we nog terug. Om wat te rusten hebben we eerst maar bij Denny’s een lekkere koude salade gegeten. Weer zo’n ontzettend grote portie! Maar we waren toch te moe om nog helemaal terug te lopen. Het laatste stukje terug hebben we maar een taxi genomen terug naar de camper. De camper was inmiddels lekker gekoeld door de airconditioning.!
In de uitlopers van de Sierra Nevada kwamen we in een gebied met ranches, boerderijen waar ze met veel moeite en gigantische installaties proberen om gras te groeien. Een vreemd gezicht dat stukje groen in een gort droge omgeving.
Deze weg naar Las Vegas loopt langs de grens tussen de staten Californie en Nevada en die grens steek je enkele malen over. Allengs werd het droger en droger en kwamen we in de woestijn.
In Lee Vining hadden we de tank helemaal vol gegooid maar het zou misschien wel of misschien net niet voldoende zijn om het tot Las Vegas te redden. Na al dik 250 km gereden te hebben en de tank al half leeg hadden we nog altijd geen tankstation gezien. Maar toen kwamen we eindelijk in een dorpje Beatty dat als een oase in de woestijn ligt. En daar waren benzine stations en restaurants. Dus gauw zowel de camper als ons zelf van voedsel voorzien. Dit dorpje ligt op de splitsing van de wegen naar Las Vegas en Death Valley. Death Valley is een vallei in de woestijn die erg mooi schijnt te zijn. Echter in de zomer kan het daar meer dan 60 graden celcius worden. En het verhuurbedrijf staat niet toe dat je er met de camper doorheen rijd in de zomer.
Op het laatste stuk kwamen we zowaar in een onweersbui terecht! Donkere lucht, lichtflitsen en zowaar zelfs wat druppels regen op onze ramen. En dit midden in de woestijn waar het nooit regent. Maar de weg was ook wel zo heet dat het niet eens nat werd.
En toen kwam Las Vegas in zicht. Toch vreemd zo’n gigantische stad midden in de woestijn. En dat alles dankzij de casino’s. Onze camping ligt midden in het hart van Las Vegas bij het hotel Circus Circus. Een grote geasfalteerde camping maar met een unieke ligging. Het hotel ligt aan De Strip. De Strip (of Las Vegas boulevard) is de hoofdweg in Las Vegas waar alle belangrijke casino’s aanliggen.
Toen we uit de camper kwamen stapten we zo in een hete oven. 40 graden celcius. Dus gauw ingechecked, camper op zijn plaats en voor het eerst de airco in de camper aan, anders is het niet uit te houden. De camping heeft ook een klein zwembad en daar hebben we eerst maar in gezwommen en een beetje uitgerust van de reis.
En toen op naar Las Vegas. Van onze camping door het Circus Circus hotel naar De Strip. Al een belevenis op zich. Dwars door een wirwar van winkels, restaurants en gigantische casino’s. Na een paar keer verdwaald te zijn hadden we eindelijk de uitgang gevonden. En toen kwamen we in een geweldige kokende heksenketel. Ontzettend warm, ontzettend druk en ontzettend groot. Het lijkt wel of alles kan hier in Las Vegas. Het ene hotel nog groter en mooier dan het andere. En allemaal maar een doel. Iedereen naar binnen krijgen om te gokken in de gigantische casino’s waar je niet om heen kunt.
Veel van die hotels hebben in de avond shows buiten het hotel en ons eerste doel was Treasure Island waar een piraten show wordt opgevoerd. Heel spectaculair met veel vuur- en stuntwerk. Door naar het Belagio hotel waar een fonteinen show werd gehouden.Hier dansen de fonteinen op muziek. Zo indrukwekkend dat we 3 shows van ongeveer 20 minuten hebben gezien. Een van de shows was op de muziek van “God bles Amerika”. En was toch wel een kippevel moment!
Maar het meest indrukwekkende wa s toch het wandelen langs De Strip met al de mooie hotels. Met geen pen te beschrijven wat een gekkenhuis!
De hele Boulevard is zo’n 10 km lang. Naar de fonteinen show was het ongeveer 4 km. En toen moesten we nog terug. Om wat te rusten hebben we eerst maar bij Denny’s een lekkere koude salade gegeten. Weer zo’n ontzettend grote portie! Maar we waren toch te moe om nog helemaal terug te lopen. Het laatste stukje terug hebben we maar een taxi genomen terug naar de camper. De camper was inmiddels lekker gekoeld door de airconditioning.!
